Informatie Najaarsconcert 2019

Mozart - Requiem

Het Requiem in d-moll (KV 626) is de laatste, onvoltooid gebleven compositie van Mozart. Dat het Requiem kon ontstaan en inmiddels tot de meest geliefde en gewaardeerde werken van Mozarts gehele oeuvre wordt gerekend, is te danken aan zijn oud-leerling, vriend en collega Frans Xaver Süßmayr, die het afgebroken compositieproject op een zeker moment ter hand nam en de meerstemmige muziek completeerde. Feitelijk gezien en strikt genomen bevat de requiemcompositie zelfs meer Süßmayr dan Mozart.
Mozart bedacht en schetste de vermoedelijk gehele requiemcompositie zowel voor als tijdens zijn laatste ziekbed in november en begin-december 1791. Omdat het requiem een bestelde compositie betrof, werd het werk op aandringen van Mozarts weduwe Constanze Mozart voltooid - het moest voltooid worden - in eerste instantie door Joseph Eybler maar later, in zijn geheel, door Süßmayr, beiden vrienden en collega's van Mozart. Deze ontwikkeling heeft lange discussies omtrent de originaliteit van het stuk uitgelokt. Naast de muzikale kwaliteit geniet het muziekwerk ook bekendheid door het verhaal achter de mysterieuze opdrachtgever van Mozart.
In de loop van het jaar 1791 werd Mozart benaderd door een anonieme tussenpersoon die werkte voor de excentrieke graaf Franz von Walsegg. Via de tussenpersoon vroeg Von Walsegg Mozart om een toonzetting van het requiem te schrijven waarbij de helft van het totaalbedrag werd voorgeschoten. Von Walseggs vrouw Anna was op 14 februari 1791 gestorven en als fervent muziekliefhebber wilde hij ter ere van haar een requiemcompositie ten gehore brengen tijdens een gedachtenisdienst. Het requiem moest anoniem worden afgeleverd, zodat Von Walsegg het voor eigen werk kon laten doorgaan.
In de componeerfase van het requiem ging de gezondheid van Mozart sterk achteruit. Tot zijn dood op 5 december 1791 had Mozart alleen de opening, het Introïtus (het Requiem aeternam) compleet met orkestpartijen en vocale partijen op papier staan. Enkel de vocale partijen en de basso continuopartij van het Kyrie waren voltooid, evenals een belangrijk deel van het Dies irae. Verder staan bij overige onderdelen van de requiemcompositie meestal slechts aanzetten van enkele maten genoteerd, dit waren 'reminders' voor latere uitwerking tot een compleet deel. In het overgeleverde compositiemateriaal van Mozarts hand ontbreken geheel (aanzetten van) het Sanctus, het Benedictus, het Agnus Dei en het Communio. Toen Süßmayr aan de completering van Mozarts onvoltooid nagelaten requiemproject werkte, kan hij origineel compositiemateriaal dienaangaande tot zijn beschikking hebben gehad. Maar het kan ook niet worden uitgesloten dat Süßmayr deze drie onderdelen geheel op eigen kracht, in 'Mozartstijl', heeft gecomponeerd.

Mozart & Haydn

Haydn - Nelsonmesse

De Nelsonmis (Hob. XXII:11), Missa in angustiis (= Mis voor gespannen/bange tijden), Missa in d of Imperial Mass, is een mis gecomponeerd door Joseph Haydn in 1798 voor het hof van Prins Nicolaas II Esterházy. Haydn schreef in totaal 14 missen. De Nelsonmis is de elfde mis die hij componeerde en de derde mis in de serie van zes late, symfonische missen die in Eisenstadt werden uitgevoerd in september en die samenhingen met de viering van de naamdag van de echtgenote van Nicolaas II, Prinses Maria Josepha Hermengilde Esterházy. De naam 'Nelsonmis' is in de 19e eeuw aan het werk gegeven toen men specifieke gebeurtenissen wilde verbinden aan de mis. Tijdens de compositie van de mis versloegen de Britten onder leiding van Nelson de vloot van Napoleon in de Slag bij Aboukir in de zomer

van 1798; deze gebeurtenis werd verbonden met de mis van Haydn. Het gebruik van trompetten in het Benedictus zouden als een symbolische verklaring van Nelsons overwinning gelden. Maar het nieuws van de overwinning bereikte Oostenrijk pas in september, nadat Haydn de mis al had voltooid. Men kan de mis dus niet verbinden met Nelsons overwinning en met de 'gespannen' politieke situatie die hier mee samenhingen. Er is alleen in de uitvoering een associatie met Horatio Nelson. Twee jaar na het voltooien van de mis bezocht Admiraal Nelson Prins Esterházy in Eisenstadt, in gezelschap van de diplomaat, vulkanoloog en archeoloog Sir William Hamilton en Lady Emma Hamilton, Sir Williams echtgenote en Nelsons minnares.